Erik Klein Egelink: ‘In het sociaal domein zijn óók niet-juristen gebaat bij juridische bijscholing’

Terug naar overzicht
9 augustus 2019

Erik Klein Egelink weet nog precies wanneer hij voor het eerst gebeld werd door OSR juridische opleidingen om een cursus over de toenmalige bijstandswet te verzorgen. Het was rond de geboorte van zijn jongste dochter in 1993, toen hij nog juridisch medewerker bij Gemeente Nijmegen was. Inmiddels is hij ruim 15 jaar rechter bij de Rechtbank Gelderland en behandelt hij uitsluitend sociaal zekerheidszaken. Waar hij in het begin alleen cursussen gaf voor de (sociale) advocatuur is de populatie OSR-cursisten nu veel diverser: naast advocaten ontmoet hij gemeentejuristen en juridisch medewerkers bij rechtsbijstandsverzekeraars, maar ook Wmo-consulenten zonder juridische achtergrond. Erik: ‘Het is voor mij een koud kunstje om de Participatiewet of de Wmo aan een jurist uit te leggen, maar om het helder te maken voor een niet-jurist vraagt om een andere taal.’

Erik is positief over de ontwikkeling dat steeds meer niet-juristen zich juridisch laten bijscholen: ‘Voor de uitvoering van het werk in het sociaal domein heb je de actuele juridische kennis gewoon nodig. Wmo-consulenten moeten bijvoorbeeld weten hoe ze een gesprek kunnen voeren met burgers die aanspraak maken op de sociale voorzieningen. In de jurisprudentie van de Centrale Raad van Beroep is een stappenplan ontwikkeld hoe je dat zou moeten doen. Ook is inmiddels uitgelegd wat de jurisprudentie is en hoe je als consulent moet indiceren. Het is voor consulenten heel belangrijk om te weten hoe dat in elkaar zit, omdat zij daardoor hun werk beter kunnen doen. Dit komt vervolgens ten goede aan de sociaal zekerheid van burgers. Het is aan mij de opdracht om die stof op een begrijpelijke manier over te brengen.’  

Carrousel van wet- en regelgeving

Omdat Erik al zo lang in het sociaal domein meeloopt, kan hij de ontwikkelingen door de tijd goed overzien. ‘De problematiek is in essentie hetzelfde gebleven; het draait nog altijd om mensen die een inkomen, zorg of ondersteuning nodig hebben en dat niet zelf kunnen verwerven of regelen. De regelgeving en de doelgroep zijn echter wel veranderd en ook bijvoorbeeld de handhaving is significant aangescherpt. Als het gaat om zaken als de Wmo, de Jeugdwet of zaken op het gebied van langdurige zorg, dan moet iemand die voor het laatst tien jaar geleden in dit veld heeft gewerkt, zich volledig opnieuw laten scholen.’ Erik ervaart de frequente veranderingen op het gebied van de sociaal zekerheid als een soort carrousel: ‘Op het terrein van de sociaal zekerheid wijzigt de wet- en regelgeving werkelijk voortdurend, ook omdat het sterk politieke wetgeving is. Tegelijkertijd zie je ook dat bepaalde zaken terugkeren, alleen in een andere vorm. Zoals de mogelijkheden van uitstroom uit de bijstand van mensen met weinig arbeidsmarktperspectief. Verder is er tegenwoordig weer meer aandacht voor een fenomeen als armoedebestrijding.’  

Weten hoe een rechter denkt

De sociaal zekerheid is dus een gebied waarin je een leven lang moet willen blijven leren. Erik: ‘Samen met Ray Geerling geef ik al zo’n 25 jaar actualiteitencursussen over de bijstandswetgeving en we zien door de jaren heen dan ook veel dezelfde mensen terugkomen. Samen met nieuwe cursisten met dezelfde of juist een heel andere achtergrond is het een steeds diversere groep professionals geworden. Dat maakt de cursussen levendig.’ Erik vindt het ook een voordeel dat een cursus vaak door meerdere praktijkdocenten samen wordt verzorgd. ‘Doordat we allemaal vanuit onze eigen rol en ervaring spreken en we elkaar soms ook tegenspreken, ontstaat er vanzelf veel discussie in een groep. Zo beperk je je niet tot zuivere kennisoverdracht, maar maak je een cursus interactief.’ Over zijn toegevoegde waarde als rechter-docent zegt hij: ‘Ik merk dat mensen heel graag willen weten hoe een rechter denkt en afwegingen maakt. Kennelijk is dat toch voor veel mensen een blinde vlek. Ik vind het om mijn beurt heel leuk om mijn werk en de wet toe te lichten. Uiteraard is dit altijd op persoonlijke titel.’  

Goede rechtspleging

Gevraagd naar een voorbeeldcasus die in een cursus behandeld wordt, vertelt hij: ‘Stel, een burger ontvangt een bijstandsuitkering, maar geeft onvoldoende informatie door aan de gemeente. Dit kan leiden tot het besluit dat de uitkering wordt ingetrokken en teruggevorderd. Een zaak bij de rechter gaat dan bijvoorbeeld over de manier waarop de gemeente het onderzoek naar deze burger heeft uitgevoerd. Een persoon observeren met een camera mag bijvoorbeeld niet van de CRvB. Ik kan dan als rechter uitleggen hoe die regel tot stand is gekomen, waardoor een gemeentejurist de zaak beter en vanuit meerdere invalshoeken kan bekijken. Door de diversiteit van de groep volgt er vaak ook een gesprek over manieren die de toets der kritiek wél kunnen doorstaan.’ Erik benadrukt tot slot nogmaals het belang van de steeds bredere verwerving van juridische kennis: ‘Meer kennis over de wet en de jurisprudentie komt een correcte uitvoering van de wet- en regelgeving ten goede. Dat is van belang voor een goed bestuur én een goede rechtspleging in Nederland.’

Mr. Erik Klein Egelink

Erik Klein Egelink is senior rechter bij de Rechtbank Gelderland en werkte voorheen onder andere in een managementfunctie bij de Raad van State en in diverse juridische functies bij de Gemeente Nijmegen –  aan het eind als hoofd juridische zaken. Hij begon zijn carrière ooit in de rechtshulpverlening bij het bureau voor rechtshulp.

Sinds 1993 is Erik als docent verbonden aan OSR juridische opleidingen. Hij is een van de docenten van de Leergang Sociaal Domein en hij verzorgt daarnaast onder andere actualiteitencursussen en incompany trainingen voor OSR.

Leergang sociaal domein Incompany
'Erik Klein Egelink: ‘In het sociaal domein zijn óók niet-juristen gebaat bij juridische bijscholing’